Verwijderen van overgebleven objecten en gegevens na het testen van de werking van Authenticatie-agent

Als Kaspersky Endpoint Security objecten en gegevens vindt die na de test van Authenticatie-agent zijn achtergebleven op de harde schijf van het systeem, wordt de verwijdering van het programma onderbroken en kan de verwijdering pas worden voortgezet wanneer die objecten en gegevens zijn verwijderd.

Alleen in uitzonderlijke gevallen kunnen er na de geteste werking van Authenticatie-agent objecten en gegevens achterblijven op de harde schijf van het systeem. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als de computer niet opnieuw is opgestart nadat een Kaspersky Security Center-beleid met encryptie-instellingen werd toegepast of als het programma niet kan worden gestart nadat de werking van Authenticatie-agent is getest.

U kunt objecten en gegevens die na de geteste werking van Authenticatie-agent zijn achtergebleven op de harde schijf van het systeem op de volgende manieren verwijderen:

Zo gebruikt u een Kaspersky Security Center-beleid om objecten en gegevens te verwijderen die na de geteste werking van Authenticatie-agent zijn blijven staan:

  1. Pas een Kaspersky Security Center-beleid op de computer toe dat instellingen heeft die zijn geconfigureerd om alle harde schijven van de computer te decrypten.
  2. Start Kaspersky Endpoint Security.

     

Om informatie over de incompatibiliteit van het programma met Authenticatie-agent te verwijderen,

typt u de opdracht avp pbatestreset op de opdrachtregel.

Naar boven